Slechts 1% textielafval? Dat lukt vrijwel geen enkel merk in de mode-industrie – behalve deze Duitse modeontwerper.

Natascha von Hirschhausen: "Met mijn mode wil ik mensen een positieve visie op de toekomst laten zien."
Natascha von Hirschhausen is dol op puzzelen. Onlangs maakte ze een plaatje van haar labrador Joshi – 2000 stukjes zwarte vacht. Een kwestie van geduld. En een nutteloze bezigheid, zou je denken: een plaatje in elkaar knutselen van kartonnen stukjes die al op de doos te zien zijn. Maar met haar puzzel loste Natascha von Hirschhausen een van de meest prangende problemen van de mode-industrie op en won er zelfs de "Federale Ecodesignprijs" voor.
Bij Natascha von Hirschhausen is bijna elk stuk uniek en wordt ter plekke op bestelling gemaakt. Kleine series worden geproduceerd in fabrieken binnen een straal van 150 kilometer.
Als je wilt begrijpen hoe ze het deed, kun je het beste teruggaan naar 2009. Natascha von Hirschhausen was toen 19 en studeerde natuurkunde. Maar ze realiseerde zich al snel dat thermodynamica, kwantummechanica of kernonderzoek helemaal niet haar passie waren. Op basis van een onderbuikgevoel kocht ze een naaimachine, ging zitten, begon te naaien en stond nooit meer op. "Ik wist meteen: dit is wat ik wil doen", zegt von Hirschhausen. Ze begon mode te studeren aan de Weissensee Hochschule in Berlijn , waar ze ervan leerde houden en van ontwerpen. En al snel ontdekte ze veel aspecten ervan waar ze niet van hield.
Het was 2014 toen ze op straat stond in Dhaka, Bangladesh, en ze was volkomen geschokt: in de fabrieken, op straat, in de natuur, waar ze ook keek, stapelden stofresten zich op tot bergen modeafval – al die stof die overblijft nadat de afzonderlijke stukken zijn uitgeknipt en aan elkaar genaaid om een kledingstuk te maken. "Het was alsof het hele land verdronk in textielresten", zegt von Hirschhausen. Je kunt je voorstellen dat het knippen van kleding net zoiets is als het bakken van kerstkoekjes. Je legt de patroondelen op de stof als koekvormpjes en probeert er zo min mogelijk ruimte tussen te laten. Maar er blijft altijd een restje over, en meestal wordt er nooit iets nieuws van gemaakt; het wordt weggegooid of verbrand. Volgens cijfers uit de industrie wordt minstens 20 procent van de stof verspild bij het knippen van een kledingstuk – er zijn geen officiële cijfers. Wat we wel weten, is dat er wereldwijd jaarlijks minstens 92 miljoen ton textielafval wordt geproduceerd en dat dit bedrag naar verwachting tegen eind 2030 bijna zal verdubbelen. De industrie is ervan overtuigd dat waar mode wordt gemaakt, afval ontstaat; daar kan niets aan worden veranderd.
vogue