Statuswijziging heeft geen invloed op de deadline voor het bewijs van bijscholing

Kassel. Een statuswijziging van werknemer naar zelfstandige contractarts heeft geen invloed op de vijfjaarlijkse cyclus voor certificaten voor permanente educatie. "De statuswijziging leidt noch tot een nieuw begin, noch tot een onderbreking", heeft de senaat van contractartsen van het Bundessoziergericht (Bundessoziergericht) nu verduidelijkt. Daarmee werd de rechtszaak van een longarts afgewezen.
Vanaf juli 2012 was eiser werkzaam als werknemer bij een Federale Arbeidsrechtbank (BAG) in Baden-Württemberg. Sinds begin 2015 is hij in dezelfde praktijk werkzaam als contractarts met volledige zorgbevoegdheid. Hij had eind juni 2017 geen bewijs van permanente educatie overgelegd. Als gevolg hiervan verlaagde de KV zijn honorarium met tien procent vanaf 2018. De Federale Sociale Rechtbank moest aanvankelijk beslissen over een vermindering van iets meer dan € 12.000 voor het eerste kwartaal; inclusief de daaropvolgende kwartalen bedraagt de totale vermindering circa € 50.000.
“Wij willen dat er verdere opleidingen worden aangeboden”De arts wees tevergeefs op een vermeend "lek in de regelgeving". De gevolgen van een statuswijziging worden niet beschreven in het Sociaal Wetboek (artikel 95d SGB V). Daarom begint de periode van vijf jaar voor certificaten voor permanente educatie opnieuw zodra hij als freelancer aan de slag gaat. Omdat hij zijn certificaten in 2018 heeft ingediend, zijn de kortingstarieven niet langer geldig.
Net als de lagere rechtbanken was ook het Bundessoziergericht (BSG) het hier niet mee eens. Het rechtvaardigde zijn beslissing door te stellen dat "de verplichting tot permanente educatie een persoonlijke verplichting is". De wet staat alleen uitzonderingen toe in geval van een onderbreking van de medische praktijk. De eiser had echter gedurende zijn hele carrière een vergunning en was voor zijn werk betaald. De statuswijziging viel daarom ook onder de wettelijke bepalingen.
Het Bundesverfassungsgericht (BSG) oordeelde dat de inbreuk op de fundamentele rechten van de arts in verband met de tariefverlagingen gerechtvaardigd was door het doel van kwaliteitsborging. Ook dit doel zou niet veranderen door de statuswijziging. De vertegenwoordiger van de KV (Vereniging van Wettelijk Verzekerde Artsen) benadrukte dan ook tijdens de mondelinge behandeling: "Wij willen geen tariefverlagingen. Wij willen dat de bijscholingscursussen worden gegeven." (mwo)
Arzte zeitung