Hans Zimmer is terug in de bioscoop en zorgt voor een soundtrack bij de blockbuster "F1" die net zo subtiel is als het geratel van motoren.


De vraag wat luider zou klinken, de Formule 1-wagens in "F1" met Brad Pitt of de muziek die de Duitse stercomponist Hans Zimmer voor de film zou componeren, wordt al beantwoord tijdens de titelsequentie: het typerende elektronische gedreun van Zimmer wint overduidelijk de decibelwedstrijd in de bioscoop.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Op een gegeven moment komt een van zijn pakkende thema's, bestaande uit een paar akkoorden, opzetten, en besef je weer dat we in het Zimmer-tijdperk leven. Dat wil zeggen, het dreunt en leidt tegelijkertijd naar melancholische sferen, en op de een of andere manier lijkt alles alsof je het al eerder ergens anders hebt gehoord. Een ingeblikte versie van het tijdperk, muzikaal even verarmd als effectief.
Het is geen verrassing dat Zimmer de perfecte muziek levert voor dit racewagenspektakel; hij kreeg immers een paar jaar geleden van BMW de opdracht om de motorgeluiden van elektrische auto's te "componeren". Zijn geluid is allang de belichaming van een vreemd idee van haptiek, beweging en testosteron.
Wat ooit ratelende motoren in mannenbuiken teweegbrachten, is nu van toepassing op Zimmers lichte muziek. Het brengt een gevoel van betekenis over waar leegte heerst. Het werkt alleen luid. Het doel is immersie.
belichaming van filmmuziekDe tijd dat een grote Hollywoodproductie als "Planet of the Apes" kon bogen op de avant-gardemuziek van Jerry Goldsmith is allang voorbij. In het tijdperk van Zimmer telt het effect, niet de muziek. Zimmers aanpak is door de jaren heen behoorlijk revolutionair geweest.
Niemand heeft cello's zo bruut vervormd als hij, niemand heeft zichzelf zo meedogenloos gekopieerd. Weinigen hebben zoveel ruimte gecreëerd met zo weinig mineurakkoorden. Dit heeft hem een monopoliepositie gegeven. Voor velen is hij nu de belichaming van filmmuziek.
Als je Zimmer zegt, bedoel je eigenlijk Remote Control Productions, een bedrijf dat hij mede heeft opgericht en dat filmmuziek produceert aan een lopende band. Zimmer is een fabriek. Vanwege de Amerikaanse auteursrechtwetgeving wordt hij soms geprezen om muziekthema's die hij niet eens zelf heeft geschreven. Er werken wel 100 assistenten voor hem die de rechten op hun eigen composities overdragen.
Organen in de ruimteHet is geen wonder dat de componist tijdens zijn tournees stadions vult en zijn beroemdste thema's speelt met een gekunstelde rockster-attitude. Orkestrale klanken bieden ruimte aan collectieve filmherinneringen, een meer dan lucratieve bijverdienste voor de producent. Muziek uit de films "Inception", "Gladiator" en "Interstellar" wordt bijvoorbeeld live gespeeld (opnieuw in Zürich in november). De soundtrack van laatstgenoemde demonstreert de flair van de componist voor de instrumentatie van zijn partituren, met een betoverend geluid met orgelklanken in de ruimte.
Ondanks zulke verrassende instrumentatie levert Zimmer altijd precies wat je verwacht. Er is waarschijnlijk geen componist die een AI beter zou kunnen imiteren. Zijn muziek onderstreept de beelden en blaast ze op. Geen van zijn thema's spreekt het voor de hand liggende tegen. Zijn muzikale idee voor raceauto's: adrenaline. Zijn thema voor "Batman": het slaan van vleugels. Zijn associatie met "Dune": etnische kitsch voor woestijnbewoners.
Het is niet moeilijk om Zimmer te demoniseren. Maar zo eenvoudig is het niet, want je mag hem de ondercomplexiteit van zijn muziek niet kwalijk nemen. Uiteindelijk dient hij simpelweg de ondercomplexiteit van de blockbusters waarvoor hij of een van zijn medewerkers componeert. Drie akkoorden, die in eindeloos aanzwellende loops onder de beelden trillen, zijn genoeg om opnieuw het naderende einde van de wereld of van de muziek te verkondigen.
nzz.ch