Jimmy Kimmel is terug: de Amerikaanse president viert het ontslag van mensen omdat hij geen grapje kan verdragen

De Amerikaanse komiek Jimmy Kimmel is terug in zijn tv-show nadat deze tijdelijk was stopgezet vanwege zijn opmerkingen over de moord op Republikeinse activist Charlie Kirk.
Tijdens de eerste uitzending van zijn tv-programma "Jimmy Kimmel Live" ging Kimmel in op de moord op Republikeinse activist Kirk en de uitspraken van president Trump. Kimmel zei dat hij begreep waarom zijn opmerkingen over de verdachte die Kirk had neergeschoten "onjuist getimed en dubbelzinnig" leken en zei: "Het was nooit mijn bedoeling om de moord op een jongeman te bagatelliseren." Over Trump, die hem en zijn tv-programma heeft bekritiseerd, zei Kimmel: "Elke dreiging om een komiek die de president van de Republiek niet mag het zwijgen op te leggen, is on-Amerikaans."
Hij bekritiseerde Trump
Kimmel merkte op dat de tv-show niet belangrijk is, maar dat het leven in een land waar zo'n show is toegestaan wel belangrijk is. Hij zei: "De president van de Verenigde Staten heeft heel duidelijk gemaakt dat hij wil dat ik en honderden andere mensen die hier werken, worden ontslagen. Onze leider viert het feit dat Amerikanen hun broodwinning verliezen omdat hij geen grapje kan verdragen."
WAT IS ER GEBEURD?
Komiek Jimmy Kimmel, die het programma "Jimmy Kimmel Live" presenteert op ABC, een zender van Walt Disney, zei dat "Republikeinen proberen te profiteren van de moord op Kirk" na de moord op Charlie Kirk. Republikeinen, met name de Amerikaanse president Trump, reageerden hierop fel.
Na de negatieve reacties maakte ABC bekend dat de serie voor onbepaalde tijd was opgeschort.
Later werd in een verklaring van Walt Disney Company aangegeven dat het opgeschorte showprogramma weer zou worden hervat.
Trump bekritiseerde ook de herlancering van Kimmels tv-programma en zei: "Waarom zou iemand iemand terug willen die zo slecht werk levert, die niet grappig is en het netwerk in gevaar brengt door 99% positieve Democratische onzin uit te zenden?"
Bron: Nieuwscentrum
Tele1