Appelboom ziektes: herken (en voorkom) problemen

Een appelboom is een echte aanwinst voor je tuin: in het voorjaar zoemen de insecten er dat het een lieve lust is en in het najaar oogst je smakelijke appels. Tenminste, als je appelboom ziektes en plagen buiten de deur weet te houden.

Lees verder onder de advertentie

Wij zijn niet de enigen die houden van appels: ook allerlei ongenode gasten schuiven graag aan, zoals wolluizen en fruitmotten. We laten je zien hoe je appelziektes kunt herkennen en hoe je ze kunt bestrijden of oplossen.

Deze zes plaagdiertjes en ziektes kun je tegenkomen in je appelboom. We vertellen je wat het is en hoe je er gifvrij van af kunt komen.

Probleem: Wolluizen herken je aan hun wollige beschermlaagje van witte was. Ze voeden zich met het sap van de appelboom en begraven hun overwinterende larven diep in de bast, klaar voor een lentefeestmaal.

Oplossing: Zijn de aantallen wolluis nog te overzien, veeg dan met een kwastje de besmettingshaard in met groene zeep of wat plantaardige olie. Loopt het echt de spuigaten uit, snoei dan de aangetaste jonge twijgjes weg. Lees hier hoe je een appelboom kunt snoeien.

Probleem: De larf van de zaagwesp zit onder de huid van het groeiende fruit en vreet zich erin.

Oplossing: De larf verpopt zich in de grond onder de boom, dus bewerk de bodem en lok vogels om de larven op te eten. Pluk aangetast fruit zodra je het ziet. Kookappels worden overigens zelden aangetast door de appelzaagwesp.

Probleem: Larven van de fruitmot boren in zich het fruit door het ‘oog’ aan de onderkant, dus een besmetting is soms moeilijk te zien. Kweepeer wordt ook aangetast.

Oplossing: Voorkom dat de fruitmotten zich kunnen voortplanten door feromoonvallen te plaatsen. In juni kun je eventueel nematoden (aaltjes) inzetten tegen de larven. Ruim gevallen fruit en blad onder de boom aan het eind van het seizoen op en verwerk deze in je compost.

Probleem: Lichte vlakjes op het blad is een aanwijzing voor dwergcicaden of bladspringers. Groene volwassen diertjes springen weg bij verstoring. Je kunt ook witte larven tegenkomen. Ze voeden zich met sap en verzwakken de groeikracht van de plant.

Oplossing: Schud de plant even en was hem in juni, wanneer de diertjes actief worden, af met een biologische groene zeepsopje.

Probleem: De spinsels van de appelspinselmot kunnen grote delen van de appelboom overnemen. Bij een erg grote plaag kan ook de oogst aangetast worden.

Oplossing: Geduld! Deze plaagdiertjes zullen verpoppen en zal de plaag voorbij zijn. Er zijn genoeg natuurlijke vijanden die deze diertjes lusten, zoals vogels, wespen en sluipwespen. Is het een ware plaag? Dan kun je ze biologisch bestrijden.

Tip!

Probleem: Wanneer het fruit wat beschadigd is, kan bruinrot toeslaan (schimmelsoort). Hierdoor wordt de beschadiging snel erger, met name in vochtige omstandigheden.

Oplossing: Houd motten en wespen in toom, snoei de appelboom jaarlijks om de luchtcirculatie te verbeteren en pluk voorzichtig. Gooi gebutst fruit weg of verwerk het meteen, maar bewaar het niet.

Probleem: Appelschurft is een schimmelziekte die onregelmatige vlekken veroorzaakt op bladeren, takken en appels. Fruit kan openbarsten en rotten.

Oplossing: Ruim bladeren en fruit onder de boom elk najaar op en gooi in de groene kliko om herbesmetting te voorkomen. Snoei aangetaste takken meteen. Kies een resistente appelvariëteit, zoals ‘Discovery’ of ‘Sunset’.

Probleem: Echte meeldauw kan voorkomen op appel- en perenbomen, maar ook op andere houtachtige planten uit de rozenfamilie (vaak Podosphaera leucotricha). Je herkent het aan een witte schimmel op je appelboom, het lijkt poederig. In ernstige gevallen kan de oogst aangetast worden, maar vaak is dit niet het geval.

Oplossing: Ga niet te snel in de weer met je snoeischaar, want de wonden die ze veroorzaken maakt de boom kwetsbaar voor andere ziektes en plagen, vaak lost het zichzelf wel op of blijft het beperkt. Heb je een kleine appelboom? Dan kun je gemakkelijk echte meeldauw bestrijden met melk of heermoes. Ruim in elk geval bladeren en fruit onder de boom elk najaar op en gooi het in de groene kliko om herbesmetting te voorkomen.