Trump versoepelt sancties voor 'nieuwe start' in Syrië

De Amerikaanse president Donald Trump zei maandag dat hij de sancties tegen Syrië zou versoepelen om het land te helpen een ‘nieuwe start’ te maken. De Syrische autoriteiten waren daar blij mee.

“We zullen een besluit moeten nemen over sancties, die we heel goed zouden kunnen versoepelen (…) We willen [Syrië] een nieuwe start gunnen,” zei de Amerikaanse president in het Witte Huis, voordat hij vertrok voor een reis door het Midden-Oosten.

Het Amerikaanse staatshoofd voegde eraan toe dat hij de kwestie had besproken met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan , een bondgenoot van de nieuwe Syrische regering, na de omverwerping van president Bashar al-Assad door een islamistische coalitie in december.

Syrië staat onder leiding van een interim-president, Ahmad al-Charaa, die de coalitie leidde die een einde maakte aan vijf decennia van heerschappij van de familie Assad.

Damascus heeft de uitspraken van Donald Trump al verwelkomd. Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken zei in een verklaring dat het deze uitspraken beschouwt als " een bemoedigende stap in de richting van een einde aan het lijden van het Syrische volk ".

De nieuwe islamitische regering in Syrië probeert het land dat al bijna 14 jaar gebukt gaat onder een burgeroorlog, die in 2011 begon met het neerslaan van protesten voor democratie, weer op te bouwen . De regering heeft aangedrongen op opheffing van de internationale sancties die teruggaan tot het Assad-tijdperk.

Tot nu toe hebben enkele landen, waaronder de Verenigde Staten, zich terughoudend opgesteld. Zij lieten weten eerst te willen zien hoe de nieuwe autoriteiten hun macht uitoefenen, met name op het gebied van respect voor mensenrechten en minderheden, voordat ze de sancties tegen Syrië opheffen.

In een rapport dat in februari werd gepubliceerd, schatte het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) dat Syrië, bij het huidige groeitempo, pas in 2080 weer op het economische niveau van 2010 zou zijn .

UNDP benadrukte ook dat momenteel negen van de tien Syriërs in armoede leven en dat het bruto binnenlands product van het land minder dan de helft is van wat het was vóór de burgeroorlog.