Joseph Stiglitz | Wiens vrijheid is vrijheid?
Kapitalisme heeft twee gezichten. Het ene gezicht zweert bij de markt, die alles perfect zal reguleren als het maar wordt toegestaan en de staat zich er niet mee bemoeit. Deze visie wordt voornamelijk geassocieerd met twee namen: Friedrich August Hayek en Milton Friedman. Zij ontvingen respectievelijk in 1974 en 1976 de Alfred Nobel Memorial Prize voor de Economie. Het andere gezicht wordt gepresenteerd door Joseph Stiglitz van Columbia University in New York, die deze prijs in 2001 ook van de Zweedse Academie ontving. In zijn nieuwe boek, "The Road to Freedom", pleit hij voor een economie voor een rechtvaardige samenleving. Het is een argumentatieve steekspel met de voorstanders van het neoliberalisme. Stiglitz toont de mislukkingen van het marktkapitalisme in het verleden en heden, flagrante schendingen van de principes van eerlijkheid, moraliteit en efficiëntie. Het is fascinerende lectuur en geschreven met strijdlustige energie, maar gezien de marktmacht van de alomtegenwoordige "sociale" media van vandaag, gaat het gepaard met twijfels over de haalbaarheid van zijn nobele ideeën.
Wat is een "rechtvaardige samenleving"? Vanuit een ideologisch neutrale positie kijkt Stiglitz "achter de sluier van onwetendheid", bedacht door de Amerikaanse filosoof en Nobelprijswinnaar John Rawls om beslissingen vrij van eigenbelang mogelijk te maken. Vanuit dit perspectief moeten alle "afwegingen" rekening houden met wiens vrijheid kan of moet worden ingeperkt en in welke mate. Elke uitbreiding van vrijheden betekent het beperken van de vrijheden van anderen. Het onderhandelingsproces moet gebaseerd zijn op criteria van rechtvaardigheid, noodzaak en moraliteit. Dit vereist de uitbreiding van democratische structuren en de ontmanteling van de dominante macht van een handvol bedrijfsleiders en hun daaruit voortvloeiende invloed op politieke beslissingen.
Regulerende overheidsinterventie is vooral noodzakelijk in het geval van "externaliteiten", d.w.z. gebeurtenissen die de markten van buitenaf beïnvloeden. Stiglietz vertrouwt het zogenaamde zelfherstel van de markt niet. Als voorbeeld noemt hij de noodzakelijke overheidsinterventie tijdens de crisis van 2008, toen staten banken moesten steunen die door eigen schuld in de problemen zaten. De belastingbetaler betaalde daarvoor.
Zelfs tijdens de COVID-19-pandemie moest de overheid ingrijpen om het leven en de gezondheid van miljoenen mensen te beschermen. Dankzij wetenschappelijk onderzoek in door de overheid gefinancierde instituten werden effectieve vaccins ontwikkeld, maar de winsten uit de verkoop ervan werden opgestreken door farmaceutische bedrijven. De overheid zou deze overtollige winsten uit de pandemie moeten afroomen om verder onderzoek en investeringen in maatschappelijk relevante gebieden te financieren. De beslissing kan niet aan de markt worden overgelaten.
Stiglitz neemt een vergelijkbare visie op de grootste uitdaging (externaliteit) van onze tijd: de klimaatcrisis. Hij neemt klimaatontkenners op de korrel en noemt de superrijke bedrijven, met name die in de oliesector, en de bloeiende nepnieuwsindustrie in de zogenaamd vrijwel oncontroleerbare sociale media. Ook hier moet de staat ingrijpen en ongereguleerde marktmechanismen in toom houden. Want "als er een buitensporige machtsconcentratie is in de winstgedreven private sector, zullen de rijke en machtige bedrijven, ongeacht hun formele structuren, onevenredig veel invloed uitoefenen in de publieke sfeer", aldus Stiglitz.
Met wetenschappelijk onderzoek gebaseerd op eerlijke afwegingen in democratische samenlevingen met geïnformeerde burgers en een pluralistisch medialandschap, kan het kapitalisme functioneren zonder zijn efficiëntie en eerlijkheid in gevaar te brengen, meent de Amerikaanse econoom. De voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank is ervan overtuigd dat dit niet alleen geldt voor nationale economieën, maar ook wereldwijd.
Stiglitz heeft ook in en voor ontwikkelingslanden gewerkt en is bekend met de 'kleine lettertjes' in handelsverdragen tussen rijke en arme landen. De VS en China, maar ook de EU en andere 'rijke' landen, gedragen zich op een manier die niet langer als neoliberaal, maar zelfs neokoloniaal kan worden omschreven. De onlangs spectaculair getekende grondstoffenovereenkomst tussen de VS en Oekraïne zal waarschijnlijk geen uitzondering vormen.
Donald Trump, de "America First"-man, is samen met Hayek en Friedman het doelwit van de felle beschuldigingen van de auteur, die hij verdedigt voor een eerlijke balans tussen vrijheden. Een sleutelzin in zijn boek: "Machtsverhoudingen zijn cruciaal voor het begrijpen van de groeiende ongelijkheid en de wijdverbreide perceptie dat het systeem 'gemanipuleerd' is." Deze "spelen een belangrijke rol in de desillusie met de democratie en haar instellingen, evenals in de opkomst van het populisme."
Joseph Stiglitz: De weg naar vrijheid. Economie voor een rechtvaardige samenleving. Vertaald uit het Engels door Thorsten Schmidt. Siedler, 477 pp., hardcover, €28.
De "nd.Genossenschaft" is van degenen die haar lezen en schrijven. Met hun bijdragen zorgen zij ervoor dat onze journalistiek voor iedereen toegankelijk blijft – zonder mediaconglomeraat, miljardair of betaalmuur.
Dankzij uw steun kunnen wij:
→ onafhankelijk en kritisch rapporteren → over het hoofd geziene onderwerpen onder de aandacht brengen → gemarginaliseerde stemmen een platform geven → misinformatie tegengaan
→ linkse debatten initiëren en ontwikkelen
nd-aktuell